Werner Rogghé is meer dan een begrip in de autosport. Ondanks het feit dat hij nooit zelf een meter achter een ralllystuur zat, heeft hij een rijke staat van verdienste als co-piloot. Met hem een “terug in de tijd” reportage opzetten betekent een heel leuk verhaal, met mooie anecdotes en natuurlijk ook een zicht op zijn andere passie, autostal Duindistel.
“Van kindsbeen af was ik verzot op alles wat met auto’s te maken had. Ik had het geluk dat Jan Vermeersch in ’75 mijn overbuur werd en hij lid was van Autostal Reynaert. Ik was 16 jaar en we deden service tijdens wedstrijden op omloop en rally. Samen namen wij bijna wekelijks deel aan één van de talrijke “piratenrally’s” die toen veel succes hadden.
Om te kunnen starten moest ik – omdat ik nog geen 18 jaar was – voor iedere start een toelating van mijn ouders krijgen en ondertekend door de burgemeester voorleggen. Met Jan Vermeersch kwam dan ook de eerste officiële rally in maart ’77: de Cromwell Cup Rally in Wilrijk. Het eerste deel 1 verliep goed, deel 2 werd geannuleerd omdat er problemen waren met de omwonenden en in deel 3 brak onze uitlaat af en moesten we opgeven.
Na meer dan een jaar werden de kosten wat te hoog en Jan Vermeersch stopte als piloot. Vanaf dan stapte ik bij zowat iedere piloot die mij vroeg in de auto. Budgetten heb ik nooit gehad of meegebracht en ik leerde bij iedere piloot wel iets bij. Mijn piloten waren – en sorry als ik iemand vergeet – José De Smet, Georges Lievens, Francis Smet, Ghi Wijmeersch, Jaak Vereecken, en in 1982 werd mij voorgesteld om de overstap naar “Nationaal” te zetten en deel te nemen aan de rally van Ieper als co van Gustavson.
Een fantastisch debuut, wij werden 11de algemeen en als dank kreeg ik van Gust zijn, bekende zalmroze, brandvrije overall cadeau. Het vervolg in de Omloop van Vlaanderen was minder goed. Wij stonden vierde algemeen toen we hard tegen een duiker knalden. De BMW total loss en het was meteen de laatste rally die Gustavson gereden heeft.
Vanaf dan kreeg ik nog meer vraag van piloten. Leo D’Hooge, Guy De Maegd, Ronny Buelens, Dominique Holvoet, Janos Szarvadi, Guy Moerenhout, Patrick Linthout en tussendoor reed ik nog met Eddy Minne, in de zeldzame DKW Monza, regularity’s met o.a. Luik-Rome-Luik.
Met Patrick Linthout is het een verhaal apart. Met hem reed ik vanaf 1984 het volledige regionaal en nationaal kampioenschap (div2) en Ignace Snoeck vroeg toen om met hem in Ieper te starten. Hij reed het kampioenschap div1 en de Challenge Trident (Costa Brava Rally, Antibes en later ook San Marino). Blijkbaar was de samenwerking in Ieper goed meegevallen want vanaf dan mocht ik Ignace navigeren in alle buitenlandse rally’s en de belangrijkste in België: Spa, Haspengouw en Ieper. Jammer dat Ignace toen stopte met rallyrijden.
Mijn ervaring in de Trident werd geapprecieerd en vanaf dan deed Frank Broekaert op mij beroep in de buitenlandse rally’s met toen zelfs Tim Van Parijs als serviceman.
Het was ook tof dat ik samen met Claudie Tanghe ouvreur mocht zijn voor betreurde Rocco Theunissen en Erwin Mombaerts.
Een top-drie samenstellen van wedstrijden die me altijd zullen bijblijven is echt moeilijk, maar toch zijn er enkele uitschieters bij.
Zeker in die top mijn eerste nationale rally, Ieper, naast Gustavson. Starten tussen de grote namen en de Kemmelberg op rijden tussen een zee van mensen die opensplijt. Iets dat voor altijd bijblijft.
Andere stipnotering is zeker 1978 met Ignace Snoeck in de Costa Brava Rally. 11de algemeen met de Opel Kadett 18GSI groep N. Wij gaven toen de andere Belgen Goudezeune, Van den Berghe, Lareppe en Bruno Thiry het nakijken. Maar het was en vooral de 3de tijd in een sneeuwetappe van 25 km lang die onvergetelijk is.
Aansluitend Antibes 1990 met Frank Broekaert in de BMW323i. Wij stonden na de eerste dag 21ste en in de klim naar de ES La Couillote, 22 km en klimmen naar 2000 meter, kwamen wij in regen en de daarbij horende mist terecht. Na een wat onzeker begin voelde ik dat Frank meer en meer vertrouwen kreeg in mijn nota’s en dat kreeg nog een boost toen wij twee deelnemers voor ons inhaalden. Wij reden er de vierde tijd algemeen tussen Baroni, Chatriot, Saby, maar voor Ragnotti, Delecour en Loubet.
Maar wat mij vooral altijd bij zal blijven zijn de meer dan 120 wedstrijden die ik met Patrick Linthout reed en vooral het blind vertrouwen dat hij in mijn nota’s had. Dit heeft mij steeds een enorm goed gevoel gegeven. Drie keer Belgisch kampioen groep N (div2) en de talrijke provinciale titels, groep- en klasse overwinningen. De vriendschapsband met Patrick, onze servicemannen en vaste supporters is er nog steeds.”
Heel wat co-piloten proberen het ook zelf wel eens achter het stuur. Werner deed dit nooit. “Ik beoogde geen carrière als rallypiloot. Als ik keek naar het voetenspel van Snoeck en het grote hart waarmee Linthout vol vertrouwen blinde bochten en waaiers nam, was ik zeker dat ik dat nooit kon evenaren. Wel rij ik soms op circuit zelf tijdens trackdays en ik reed met mijn Donkervoort enkele slaloms.
Toen Patrick Linthout stopte ben ik zelf niet actief op zoek gegaan naar een piloot maar ik heb nooit het woord “gestopt” uitgesproken. Ondertusen ben ik met pensioen. Ik volg de rally en zelfs zowat alle autosport nog goed op. Als ondervoorzitter van Autostal Duindistel hou ik o.a. de clubklassementen bij en volg zo de prestaties van veel piloten op. Opvolgen van jonge mensen boeit mij ook. Momenteel volg ik bijvoorbeeld mensen zoals Benoit Verlinden en Aaron Duville (zoon van één van de Linthout servicemannen). Jonge talenten waarvan ik hoop dat zij de nodige budgetten vinden om zich verder te ontwikkelen, en laat dat nu juist het probleem zijn bij onze geliefde sport. Talent alleen is niet voldoende. Men botst altijd op die hoge kosten.”
Door de Corona-perikelen ziet Werner Rogghé de huidige malaise in de autosport ook van dichtbij. Sinds meer dan een jaar worden wedstrijden uigesteld, in het beste geval verplaatst. “In september vorig jaar dachten wij dat we herstart waren maar de vreugde was van korte duur. Nu strijden wij tegen een dreigende derde coronagolf en ik durf geen prognoses maken. Autostal Duindistel heeft voor 2021 de toegift gedaan al de leden van 2020 gratis lid te maken. Het clubkampioenschap loopt ook over de twee seizoenen. Ik ondervind dat veel piloten staan te popelen om te starten. Sommige piloten hebben wat (eigen) budget gespaard in 2020 maar ik denk anderzijds dat de economie zo’n klap gekregen heeft dat sponsorgeld vinden nog moeilijker wordt.
Minder deelnemers en de steeds strengere milieunormen maken het nog moeilijker voor de organisatoren om in te richten. Het zal in de toekomst vooral voor de rallysport moeilijk worden deze te behouden in zijn huidige vorm.”
Foto’s: met dank aan archief Werner Rogghé.