Nu de rally-en de autosportactiviteiten in het algemeen op een heel laag pitje branden, is dit voor RallyandRaces meer dan de gelegenheid om eens terug te blikken in de tijd. Met mensen die bij velen nog een lichtje doen branden en leuke herinneringen oproepen. Voor de jongere generatie gaat de volgende naam misschien een relatief onbekende zijn: Ivan Viaene. Jaren zeventig, begin jaren tachtig was dit echter één van de toppiloten in België. Een gesprek met de 73-jarige Oostrozebekenaar.
“Na een motorcrosscarrière van zes jaar, met onder andere een Belgische titel, moest ik in 1970 afhaken door te veel blessures. Ik werd een beetje de rallysport ingeduwd door groot autosportliefhebber en acteur, wijlen Werther Van der Sarren. In de beginperiode reed ik vaak samen met mijn broer Johan in oefenrally’s en kaartleesritten met een VW Kever. Resultaten zijn niet zo gekend, al weet ik wel dat ik in mijn eerste twee rally’s, volledig op bolletje-pijl en visgraat, nooit de aankomstplaats heb gevonden. Broer Johan had door een te gevoelige maag intussen al de handdoek gegooid. Met Eli Wille als co stapte ik over naar een BMW 2002 Ti, één van de topwagens van dat moment. Het is overigens de enige wagen uit mijn carrière die ik naar de schroothoop heb gereden. Ik had enkele mooie resultaten behaald, kreeg dan ook een vroeg startnummer van bepaalde organisatoren en dacht het allemaal al onder de knie te hebben. Dat bleek valse hoop, want op een nat wegdek begon ik te schuiven en raakte enkele electriciteitspalen.
Daardoor volgde een korte pauze, maar ik kon een tijd nadien een Mini Cooper aanschaffen, toen goed voor 100 pk. Uit die periode herinner ik me vooral mijn eerste deelname aan de toen nog 24 uren van Ieper in 1975. Jammer genoeg moest ik afhaken door een kapotte motor. Het jaar voordien had ik al mijn debuut gevierd in de kattenstad, weliswaar als co van een Duitser. Maar dat avontuur eindigde in één van de vele grachten.
Ik wilde eigenlijk kappen met de rallysport, maar mijn vriend Piet Goethals wist een Renault 12 Gordini staan. Dit was meteen het startschot van de echte rallycarrière. Met Roland Dewulf als navigator ging ik voor het eerst de nationale toer op. In mijn eerste Antwerpen-Luik-Antwerpen werd ik 10e, net na een zekere Robert Droogmans, toen nog aan het stuur van een Volvo 142. Gilbert Stapelaere won natuurlijk. Daarnaast nog een 15e stek in Ieper, 11e in Roeselare, wat ervoor zorgde dat we tweede werden in de eindafrekening van groep 2, na Filippini. In 1977 en ’78 mochten we ons wel primus noemen.
1979 was het jaar waarin de overstap werd gemaakt naar Opel. Het jaar nadien behaalden we wel de mooiste resultaten, met onder andere een tweede stek in Marche, na Willy Plas, en zevende in Ieper.
Begin jaren ’80 waren we proefkonijn voor de toenmalige Opel Kadett Cup. De bruuske overgang van een groep 2 Kadett naar een standaardmodel was niet volledig naar mijn zin. Al haalden we wel de bloemen binnen in Ieper in de standaardklasse.
Eind 82 kreeg ik weer de groep 2 onder de bips geschoven en vocht hiermee in de daaropvolgende jaren aardige duels uit met José Lareppe. In de rallysprint van Hulste ’84 behaalde ik mijn eerste algemene overwinning. In 1985 ruilden we de Kadett voor een Ascona. In de eerste rally, intussen met Dirk Ostyn, de Houtlandrally in Kortemark, was het meteen bingo.
Waar ik er zeker ogenblik aan dacht om de helm aan de haak te hangen, gaf de vzw achter ons team niet af. Ze lieten een Opel Ascona klaarstomen voor de Omloop van Vlaanderen ’86, en ik kon hen bedanken met een derde plaats, na Droogmans en Guy Colsoul, en een groepszege.
Mijn vzw bleef maar doorgaan en door de inbreng van enkele sponsors konden we voor 5 rally’s een Ford Sierra Cosworth inhuren bij het Luxemburgse Euro Motor Sport. De ontwikkeling stond wel nog in de kinderschoenen, maar toch wisten we op het hoogste schavotje in groep N te finishen in Ieper.
In 1988 werd dan overgestapt naar de gekende tuner Serge Lahouter. Samen met de heroptredende Roland Dewulf reed ik een schitterend seizoen bijeen, met een 4e stek in de rally van Looi, 6e plaats in Haspengouw, en tiende in zowel Ieper als de Hunsruck. In Roeselare leek ik op weg naar de overwinning, tot de achteras het begaf in de laatste ronde. De jaren daarop bleven we met een beperkt budget mooie resultaten neerzetten. Haspengouw 2e, Wallonie en Roeselare 4e, Condroz 12e…1990 was een echt rampjaar, met een 3de plaats in de Omloop als uitschieter, weliswaar na een karrenvracht problemen.
Intussen was ik ook al actief op circuit. Ik reed onder andere de 24 uren van Francorchamps 1992(Peugeot) en 1993(Porsche), en was in ’92 ook actief in de Carglass cup, samen met Omer en David Saelens, in een Mercedes. Ik wilde toch nog in schoonheid afscheid nemen van de rallysport en samen met de vzw zochten we alle budgetten bijeen om te kunnen starten in de Omloop met een Ford Sierra Cosworth 4X4 uit de RAS-stal. En we konden niet schoner afsluiten dan met een zege.”
Door de jaren heen beleef je toch heel wat leuke en minder leuke anecdotes. Ieper ’80, waar Paul Lietaer en ikzelf zo opgingen in de strijd voor de beste West-Vlaamse plaats, dat we simpelweg de Engelsman Wheaterley uit het oog verloren die met de klassezege ging lopen. Of Ieper ’83, waarbij ik 3 minuten voor stond op Lareppe en lek reed met nog drie proeven te gaan. Ik weigerde te vervangen en zag aan de finish José, drie minuten na mij gestart, in de achteruitkijkspiegel. Ik verloor uiteindelijk met één luttele seconde.”
Ivan bleef de autosport volgen, zeker toen zoon Mathias in zijn voetsporen leek te treden. Eerst was hij enkele jaren actief op omloop, maar schakelde vlug over naar de rallysport. Van hem herinneren we vooral nog de overwinning in de rally van Wallonië 2000 aan het stuur van een Subaru, en de winst in Wervik 2012 met een Peugeot 207 S2000. In 2017 was hij bezig met testen voor Kortrijk, toen hij plots onwel werd en overleed aan een hersenbloeding, op de leeftijd van 41 jaar.
“Sedert de dood van Mathias volg ik nog amper de rallysport. Ik verloor dat moment mijn zoon, mijn beste vriend, een toppiloot en succesvol ondernemer, en mijn hele leven werd overhoop gehaald. Ik heb het ontzettend zwaar en heb gelukkig veel steun aan mijn echtgenote Maria en dochter Stefanie. Voor de rest vul ik mijn dagen wat met werken in de tuin en klusjes. Ik hou me in deze coronatijden wel aan de opgelegde reglementen.”
Foto’s: met dank aan Herman Sels, Stéphane Lhonnay en Jacques Maroy-Wim Taveirne.