Even spannend als in het WRC-gedeelte ging het er ook aan toe in de tweede manche van het BRC.
Davy Vanneste nam vrijdag de beste start in de Renties Ypres Rally, en stond zeker ogenblik zelfs voor alle WRC2-rijders. Maar op Kemmel, de derde proef van de dag, ging het fout. De Citroën-rijder ging te laat in de remmen, en schoof in de gracht.
De leiding werd even overgenomen door Vincent Verschueren, die wel de hete adem van de concurrentie in de nek voelde. Kris Princen had al wat tijd verloren door een spin. Sébastien Bédoret, de laatste weken in goede doen met podiumplaatsen in de TBR, Chevrotines en Staden, nam echter al vlug de leiding over naar het einde van de eerste dag. Maar het bleef spannend, want de eerste 6 Belgen stonden zelfs binnen de tijdspanne van een minuut. Grégoire Munster, eerder in de dag tweemaal goed voor een scratch, zag zijn Hyundai in een modderige situatie verdwijnen in de gracht, en moest nadien nog een wiel wisselen.
De eerste klassementsproef van het zaterdaggedeelte, Hollebeke, meteen met zijn meer dan 25 km de langste, zorgde voor sensatie. Kris Princen reed lek, besloot de band te wisselen en verloor een dikke vier minuten. Veel erger verliep het voor Pieter Tsjoen, die zijn Volkswagen Polo GTI in een huis plantte, met flink wat schade aan woning en wagen, en piloot en co die werden overgebracht naar het ziekenhuis.
Pieterjan-Michiel Cracco werd door velen de verrassing van de rally genoemd, en de Skoda Fabia-rijder bleef voortdurend aanklampen bij Bédoret, die aan de leiding bleef, ook na het zaterdaggedeelte. Verschueren voelde zich intussen ook veel beter in de Volkswagen Polo, en het was vooral uitkijken hoe de Belgen de trip over de taalgrens en de Waalse proeven zouden verteren.
Het mocht blijkbaar niet zijn voor de leider, want Bédoret kende problemen met de aandrijfas in de Skoda en viel terug op tweewielaandrijving. Toch besloot Sébastien verder te rijden om de nodige punten te scoren voor het kampioenschap. Een derde plaats was uiteindelijk zijn deel.
Vincent Verschueren had niets meer te winnen of te verliezen, maar trok voor het oog van alle supporters nog eens alle registers open op de Powerstage. Hij werd verdienstelijk tweede BRC’er.
Cracco bleef het hoofd koel houden, en droeg heel ontroerd deze overwinning in Ieper op aan zijn vorig jaar overleden vader Philip.
Bij de GT’s was Claudie Tanghe met de Porsche de snelste, na een tijdstraf voor Gino Bux. Diens Alpine A110 zou plots te licht hebben gewogen. Na een schuiver van Glenn Janssens werd Claudie ook snelste Porsche-rijder.
De Renault Clio Cup splitste de rally op in twee delen, maar tweemaal toonde Gilles Pyck zich de snelste, door haast alle besttijden op zijn naam te schrijven.