Maxim Decock en Tom Buyse hebben in de Ypres Rally zowel de eindzege in klasse RC4, de Stellantis Cup als het Junior BRC op zak gestoken. Met hun Opel Corsa Rally4 stonden ze al snel voor een inhaalrace, maar voor het oog van hun nieuwe sponsor Kasteelbier 0.0% wisten ze alsnog de overwinning binnen te halen.
Voor het team was het na de Rally van Polen terug alle hens aan dek om de wagen terug klaar te krijgen voor de grote afspraak in Ieper. Nadat de Corsa was omgebouwd naar een asfaltsetup, volgde de dinsdag voor de wedstrijd nog een test samen met Freddy Loix en Benoit Verlinde, de twee andere duo’s die de kleuren van Kasteelbier 0.0% verdedigden. “Die steun is toch een soort beloning voor wat we de laatste jaren hebben bewezen”, vertelt Decock, die er heel wat genodigden kon plezieren met een codrive. “We hebben er toch zo’n 165 kilometer gereden. Het ritme op asfalt zat op die manier terug in de benen en we hebben nog wat zaken kunnen afstellen.”

Na enkele passages op de shakedown in Nieuwkerke was het plan om vrijdag niet al te afwachtend van start te gaan. De concurrentie in de categorie, met voorop Lander Depotter, bleek namelijk ook meteen op de afspraak. “In het begin was het echt een nek-aan-nekrace met Lander, tot we tijdens de tweede doortocht in Wijtschate bijna 1’20” lieten liggen door een schuiver. Op een glad stuk zijn we in de remzone de controle verloren. We vlogen over het kruispunt, weliswaar zonder schade, maar de motor wou niet meteen meer starten. Dan denk je natuurlijk dat het verloren is. We probeerden ons daarna terug te herpakken door gewoon weer ons ritme te rijden.”
Nadat ook Manuel Merlevede terugviel na een lekke band werd al snel duidelijk dat er nog wat mogelijk was in het klassement, zeker toen ook de leider moest opgeven. “Zaterdag kwam Lander terug enorm sterk voor de dag, terwijl wij eigenlijk ook al over de limiet reden. Het was erg jammer dat hij op KP Kemmelberg van de baan ging. Ik gunde hem zoiets totaal niet. Daarna moesten we nog Lander Dhaene inhalen, die ook enorm sterk aan het rijden was. Hij had toen nog zo’n vijftien seconden voorsprong.”

Decock en Buyse kregen na enkele proeven het gat dichtgereden en kwamen met een bonus van vijf seconden aan de start van de slotproef, KP Watou. “Vijf seconden is een kleine voorsprong waarbij nog veel kan gebeuren, zo bleek ook. In de eerste bocht doken we nog even de gracht in en verloren we zo’n elf à twaalf seconden. Daarna hebben we als gek aangevallen en verliezen we uiteindelijk maar drie seconden op Lander, waardoor we met twee seconden voorsprong winnen… We hebben echt gestreden tot de laatste meter.”
De zege voor eigen volk in de grootste afspraak van het seizoen deed dan ook enorm deugd. “Het is leuk om op die manier terug te keren naar België na onze ERC-wedstrijden eerder dit jaar. Links en rechts hoorden we al eens kritiek over onze tijden daar, maar men vergeet vaak hoe hoog het niveau er is. Als klein privéteam proberen we er daar het beste uit te halen. De opgedane ervaring heeft ons trouwens zeker sneller gemaakt, zowel qua durf als bijvoorbeeld bij het maken van nota’s. Hoewel ik me vooraf niet teveel wou uitspreken, was het doel wel om te winnen in Ieper. Het is gelukt en daar zijn we natuurlijk supertevreden mee, net als iedereen bij Kasteelbier. Opzet geslaagd dus”, aldus Decock.
