De West-Vlaamse TBR Short Rally werd gekenmerkt door veel neutralisaties en daaraan gekoppeld alternatief rijden, oponthoud en lang wachten. Sommige deelnemers kwamen door de vele stilleggingen amper aan de helft van het aantal voorziene wedstrijdkilometers. In combinatie met de regen die bijwijlen met bakken uit de hemel viel, een mindere publieke opkomst en een, in vergelijking met andere jaren, iets minder startveld, was dit voor de organisatoren, die geen schuld troffen, zeker geen topeditie te noemen.
Kurt Boone, winnaar in 2024, haakte nog voor de start af door drukke beroepsbezigheden. De meesten hadden een strijd tussen Steve Bécaert(Mitsubishi Lancer), 2de vorig jaar, en de Nederlander Richard Pex(Skoda Fabia)verwacht. Bécaert voerde van bij de start meteen de forcing en Pex verslikte zich in een klesnatte situatie met de opgave als gevolg.
De Poperingnaar heerste verder, rijgde de scratchtijden aan elkaar om uiteindelijk te winnen met bijna 2 minuten voor op Bert Cornelis. Na zijn BRC-overwinning in Ieper, was de Opel Monza-piloot duidelijk gemotiveerd om hieraan een verlengstuk te breien. 2de algemeen en winst bij de Historics, Bert mocht met opgeheven hoofd Oekene verlaten.
De leider in de Stellantis Cup, Manuel Merlevede, plaatste zijn Opel Corsa Rally4 op het laagste podiumschavotje, en ging hiermee twee BMW-piloten vooraf: Kurt Braeckevelt en Brecht Lievens.
Door onder andere de vele opgaves, werd de rest van de top-10 ingenomen door Historic-mannen. Mathieu Vandoolaeghe(Mercedes 190) op 6, Koen Verhaeghe(Ford Escort MKI)op 7, Danny Vancoillie met de nieuwe Opel Kadett GT/E als 8e, De Engelsman Geoff Bennett(Ford Escort) op 9 en Nick Couvreur met de Opel Ascona als 10e.
