‘Zo vader, zo zoon’, ‘de appel valt niet ver van de boom’, ‘een aardje naar zijn vaartje’, allemaal gezegdes die betekenen dat de kinderen vaak in de voetsporen treden van hun ouders. Niet alleen in het beroepsleven, maar vaak ook in de hobby’s. Zo ook in de autosport. In de komende weken gaan we hier bij RallyandRaces op regelmatige basis dergelijke duo’s voorstellen die hun hobby én passie beiden gevonden hebben achter het stuur. De reeks openen we met vader Bart en zoon Gilles Pyck.
Bart, jouw debuut dateert van begin jaren ’90?
“Sowieso was ik altijd gefascineerd van snelle auto’s en van de rallysport. In 1992 debuteerde ik als co-piloot van Marc Lambert in een BMW M3 tijdens de Omloop van Vlaanderen. Later nam ik naast hem ook nog plaats in een Ford Sierra Cosworth (ex-Dumoulin) en een Lancia Delta. Een tijd nadien vond Marc een co met een budget voor het hele seizoen.
Toen dacht ik dat ik ook kon rally rijden en zo heb ik dan zelf een wagen gekocht om te beginnen rijden. Mijn eerste wagen die ik kocht was een Renault Clio N3, toendertijd één van de snelste bolides in de klasse. Mijn buur Johan Devos had een Renault garage, en dat beïnvloedde wel de keuze.
Na enkele jaren werd er gekozen voor een Renault Mégane A7 en de reden daarvoor was dat Johan een “total loss” Mégane binnen kreeg en met de steun van Renault kregen we gratis een nieuwe kas en zo bouwden we de nodige stukken over tot een rallywagen.”
Uit die tijd herinneren we ons ook dat jij één van de eersten, zoniet de eerste, was die rondtoerde met publiciteit van Geko meubelen op de wagen?
“Zowel Wim Soenens als Cindy Cokelaere had ik leren kennen op een barbecue bij wijlen John Deconinck. Over wat werd er gesproken? Natuurlijk de rallysport en zo stelde Wim zichzelf voor wanneer ik een co-piloot zocht dat ik altijd mocht bellen. Zowel hij als Cindy waren bereid mee te gaan. In 2002 voor de Omloop van Vlaanderen had ik geen co-piloot en zo is Wim meegegaan. Nadien werd Cindy dan mijn vaste co-pilote, en zo had ik een sponsor bij. Later werden de rollen met Wim eens omgedraaid, gewoon uit vriendschap, daar hij voor Tielt-criterium 2007 geen co had en hij vroeg of ik het zag zitten. We hebben ons toen super geamuseerd in de Mitsubishi, maar toch heb ik liever zelf de touwtjes in handen.”
Gilles, ook jij begon als co-piloot?
“Inderdaad, mijn eerste meters in de rallysport waren als co van mijn vader. Dat was in de rally van Staden 2013. Ik kreeg dit als verjaardagsgeschenk en was meteen verkocht. Daarna ben ik nog een vijftal keren mee geweest met vader als navigator, vooraleer ik zelf eens mocht proberen als piloot.
In mijn korte carrière heb ik al veel geluk gehad dat de mensen geloven in mij. Op die vier jaren dat ik actief ben, heb ik al met alle soorten aangedreven wagens gereden. Ik begon, een beetje atypisch, met een achtertrekker en meteen met een moeilijke, namelijk de Clio V6. Het is misschien niet de droomauto om te beginnen als jonge gast maar ik wou zo graag rijden en tonen wat ik kon en het was een uitzonderlijke kans die ik kreeg van mijn vader.
Daarna heb ik vooral gereden met voortrekkers, namelijk de R2’s en dit jaar heb ik mijn 4×4 debuut mogen maken dankzij Nick Degryse. Ik zou durven zeggen dat ik in al de rally’s waar ik gestart ben altijd goed voor de dag kwam/kom en dat we ons meestal kunnen meten met de besten van de categorie waarin we rijden. Maar als ik kijk naar de statistieken krijg je een ander beeld. Ik heb al veel mechanische pech gekend in die vier jaren. Waardoor veel mooie resultaten in het water vielen, maar dat hoort nu eenmaal bij de sport. Een korte carrière met veel hoogtepunten maar ook een paar dieptepunten.”
Als jullie een eigen top drie zouden mogen samenstellen, welke rally’s zouden daarin voorkomen?
Bart: “Op nummer 1 zeker en vast de overwinning in de TBR-rally van 2000, in slechte weersomstandigheden en op een vuil en vettig traject. Dan winnen met mijn bescheiden voortrekker was super.
Op nummer 2 was mijn debuut als piloot in Ieper 1994. Na dag één stond ik daar 30e algemeen op 130 wagens, maar ben dan de zaterdag uitgevallen met een gebroken stuurarm.
Op nummer 3 ook de rally van Ieper, waar ik aan de leiding stond op zaterdag in de klasse A7, met twee minuten voorsprong. Op zondag waren er nog een handvol klassementsproeven, en door een verkeerde bandenkeuze heb ik de wedstrijd verloren van Jan De Winckel, die zijn banden illegaal had gewisseld. Wij hadden nog klacht ingediend bij de organisatie, maar die hadden daar geen oren naar. Blijkbaar liever een Nederlander op het hoogste schavotje dan een streekpiloot. Jammer!!!”
Gilles: “Mijn persoonlijke nummer 1 is de Condroz 2019. In die rally reden we ontzettend hard en waren we de snelste in de klasse en voortdurend in een gevecht met Timo Van der Marel. Het was wel de eerste keer dat we echt sneller waren. Ook dan kregen we mechanische pech en na lang sukkelen om het euvel te herstellen konden Emile en ik doorrijden, maar met een hoop straftijd. De leidersplaats in R2 en de Junior-categorie gleed zo uit onze handen, maar we moesten winnen om vice-kampioen te worden. Op het einde van de rally wonnen we in extremis toch bij de junioren, waardoor we als tweede finishten in de titelrace.
Zeker ook in de top drie is de rally van Doornik 2017. Daar werden we met de Clio V6 derde algemeen na Victorien Heuninck en Thomas Vauterin. Dat was het beste resultaat dat ooit gereden werd met die wagen, dus wel een mooi moment.
Als laatste zou ik Ieper 2018 aanhalen, toen onze droom uitkwam en we voor de eerste maal aan de start verschenen van deze rally. We waren geen favoriet en niemand hield echt rekening met ons, maar we waren er op gebrand om snel te zijn in onze thuisrally. We deden dan ook meteen mee voor de overwinning in R2. Helaas moesten we de handdoek werpen met mechanische pech.”
En vanaf nu werken vader Bart, in het dagelijkse leven carwashuitbater, en zoon Gilles, logistiek bediende bij de brouwerij Sint-Bernardus in Watou, dus volop aan de carrière van laatstgenoemde.
Bart: “Ik herken wel een beetje dezelfde rijstijl. Toen we de TBR-rallysprint samen reden en eens wisselden van plaats, besefte ik meteen dat het tijd was voor de jongere generatie. Gilles is iets aggressiever en zoekt ook de laatste meters op om te remmen en zo zuiver mogelijk te rijden, zoals ik ook altijd deed. We hebben een nieuwe Peugeot 208 R4 aangekocht om het Belgisch kampioenschap mee te rijden.”
Gilles: “Ik moet eerst zeggen dat ik van kleinsaf bezeten was door de rallysport. Overal waar papa reed wou ik gaan kijken en supporteren. Mijn grootouders en mama hebben vele weekends mogen opofferen om met mij naar de rally te gaan.
Mijn papa is eigenlijk een soort manager, een praktische raadgever en supporter nummer één in een en dezelfde persoon. Hij helpt mij en Emile overal mee, zowel op als naast de rally. Dit gaat over de aankoop van wisselstukken, klaarzetten van de auto, sommige zaken regelen voor ons … Op de rally is hij vooral supporter en raadgever, maar ik denk dat dit bij alle vaders zo is. Hij wil het beste voor ons en helpt overal waar hij kan met zijn ervaring. In onze entourage zitten nog een paar oude rallyvedetten die ons helpen met alles wat ze kunnen. En daar zijn we hen heel dankbaar voor!
In de aanloop van een rally bespreken we wel sommige zaken vooraf. En kijken we met wie of wat ik rekening moet houden of aandacht voor hebben. Dit betreft dan meestal rally’s waar hij zelf nog actief was. Dit doe ik ook vaak met Alain Vermeulen, die ook heel begaan is met onze carrière.
Voor 2021 is het heel moeilijk om een planning of programma te maken door de huidige situatie. Het liefst zou ik graag het Junior-BRC of de 208 Cup rijden, maar ik denk dat het afwachten zal worden wat de komende weken en maanden zal brengen.”
Foto’s: met dank aan archief Bart Pyck en Gerard Ghesquiere.