Bram Eelbode voorstellen aan het huidig rallypubliek hoeft niet zo nodig. Als co-piloot van Kris Princen en van Kevin Demaerschalck geniet hij de nodige bekendheid, tot zelfs ver buiten onze landsgrenzen. Maar ook vader Ivan was in de jaren ’70-’80 en begin ’90 een gekende naam in de rallywereld, met diverse overwinningen en titels op zijn naam, zowel als rijder en als navigator. Door zijn beroepsactiviteiten werd hij al vlug ‘de vliegende bakker’ genoemd. Meer dan voldoende om een leuke ‘zo vader, zo zoon’ op te zetten.
“Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in rally” opent vader Ivan. “In onze regio in West-Vlaanderen was dit vooral de rally van Ieper en ik kon de spectaculaire rijstijl van Paul Lietaer wel smaken. Mijn ouders waren zeker en vast geen voorstander van rally, maar eens je een wedstrijd hebt gereden ben je vertrokken. In 1975 volgde mijn eerste wedstrijd, de sprint van de Poelberg. Mijn ouders wisten zelfs niet dat ik een wedstrijd ging rijden en toen werd ik meteen, met mijn gewone baanauto, een BMW 1602, 16de algemeen. In die tijd waren er nog veel sprints en kon je makkelijk beslissen om ergens een koers te rijden. Je had eigenlijk niks nodig, zelfs geen co…
Na de wedstrijd op de Poelberg met de BMW had ik meteen de smaak te pakken en besloot ik om een Simca Rally2 te kopen. Zo heb ik er verschillende gehad, en werd ik ook een paar keer West-Vlaams kampioen in de klasse. In de jaren ’80 was dit nog een populair klassement, maar ik beperkte mij als West-Vlaming niet tot deze wedstrijden alleen en trok ook naar andere provincies. Later ben ik ook ASAF wedstrijden beginnen rijden en dat was een bijzonder goede beslissing.
Na de Simca’s heb ik kort gereden met een Opel Manta Groep N, maar die wagen had geen potentieel. In 1987 kocht ik de Opel Kadett groep A, een goede wagen waar ik mooie resultaten mee reed, onder andere een derde plaat in Abolens en een tweede in Ruiselede. Maar de beste aankoop was ongetwijfeld in 1990 met de ex-Jan Vandenberghe Opel Manta. Een mooie, betrouwbare auto, niet de snelste, maar zeker de leukste. Met die wagen behaalde ik trouwens mijn enige overwinning als piloot in de rallysprint van Waremme, en werd ik 7de in Tielt.
Na die 2 seizoenen heb ik een foute keuze gemaakt. Ofwel gingen we in de Manta een nieuwe 2,4 motor plaatsen of de ex-Didier Vanwijnsberghe Ford Sierra Cosworth kopen. Met die laatstgenoemde wagen heb ik mij nooit geamuseerd en toen besloot ik, na een klapband in de rallysprint van Poucet, ermee te stoppen.
In 1997 kwam ik in contact met Willy Cools. Ooit waren we concurrenten als piloot en toen besloten we samen enkele wedstrijden te rijden. Een bijzonder mooie periode met zeer goede resultaten waaronder VAS-kampioen in 1998.
Vervolgens heb ik 2 keer meegereden met Frank Pauwelijn. In 1997 werden we 3de in Tielt en in 1998 wonnen we. Voor Frank trouwens zijn enige overwinning in een rally naast de vele rallysprints die hij won. In dat zelfde jaar won ik ook de TBR- rally met wijlen Carl Messely in de Ford Sierra Cosworth. Daarna reed ik nog enkele wedstrijden met Allerts en won ik nog een rallysprint met Philippe Dewulf in Achenes in de ex-Duval Toyota Celica.”
“Mijn debuut kwam er toen mijn vader nog copiloot was van Willy Cools” reageert Bram. “Eind 1998 kreeg ik kans om mee te rijden met Willy tijdens de rallysprint in Zolder als CC wagen. In de periode dat mijn vader zelf nog reed ging ik vaak mee tijdens de verkenningen en las ik toen al de nota’s. De rallysprint in Zolder was een eenvoudige koers om mee te beginnen en vanaf ’99 reden mijn vader en ikzelf afwisselend als co bij Cools. De eerste wedstrijd zelf was de rallysprint in Peer in 1999. Een thuiswedstrijd voor Cools met vrij veel onverharde stroken. We waren zeer goed vertrokken, maar kregen 2 lekke banden. Toch hebben we die wedstrijd nog als vijfde kunnen finishen en die bewuste kapotte velg staat zelfs nog altijd bij mijn ouders.
In de beginjaren heb ik enkel meegereden met Cools en dit tot 2005. In 2006 heb ik twee wedstrijden gereden met de Nederlander Paul Allerts in een Toyota Celica en 1 keer met de Ford Escort Cosworth van Henri Schmelcher. Eigenlijk was het toen zo goed als op. Het is niet eenvoudig als co om een stapje hogerop te geraken.
Erik Degeling en Els Ons zijn altijd goede vrienden geweest en zij wisten dat ik een grote bewondering had voor Kris Princen, die op dat moment met de Clio Ragnotti reed. In 2007 zat Kris voor de rally van Tielt zonder copiloot. Zijn allereerste wedstrijd met de Clio R3. Toen werd ik via Erik en Els in contact gebracht met Kris en zo kwam de eerste wedstrijd tot stand. Eigenlijk was de intentie om slechts 1 keer te rijden, maar toen Kris zijn vaste co Vincent Loix na de Wallonie stopte kreeg ik de kans om Ieper te rijden en zo is het eigenlijk allemaal begonnen.
Begin 2013 kreeg Kris de kans om van co te veranderen. Zijn copiloot had een volledig budget en daar kan je geen nee op zeggen. Daardoor had ik 2013 geen zitje.
En alweer via Erik en Els werd ik gebeld door Kevin Demaerschalk die na zijn Franse avontuur terug in België wilde rijden. Het doel met Kevin was om hem minder fouten te laten maken en stelselmatig te verbeteren en naar mijn mening zijn we daar ook in geslaagd, los van de vele mechanische problemen.
Eind 2017 tijdens de EBR rally hebben Kris en ikzelf mekaar terug gesproken. De bedoeling was eigenlijk van ons beiden om in 2018 slechts enkele wedstrijden te rijden… Maar de eerste wedstrijden verliepen bijzonder goed en mijn persoonlijke sponsor zorgde ervoor dat we ook budgettair in 2018 geen problemen hadden en uiteindelijk kampioen werden.”
Tussen die resem wedstrijden van beiden moeten er toch enkele zijn die hen altijd zullen bijblijven.
Bram: “De koprol in het water in 2008 in EBR was niet echt mijn beste herinnering… De wedstrijden met Cools in Boutersem waren altijd top! De overwinning met Demaerschalk in 2014 in Ieper was fenomenaal, maar het beste was ongetwijfeld de overwinning in de Mont Blanc in de Clio Trophy in 2011. Zelf heb ik in ieder geval nooit zo hard gereden. Voor de voorlaatste kp stonden we ex aequo met Barral die het parcours volledig van buiten kende. Voor die proef hebben we toch een aantal telefoontjes gedaan. Kris o.a. naar Benny Raepers en ikzelf naar mijn vader. De boodschap van beiden was zeer duidelijk. Alles op alles zetten met het risico op een nul resultaat. We wonnen beide kp’s en reden absoluut de wedstrijd van ons leven. In al die jaren met Kris heb ik maar 1 keer gezegd tegen Kris dat het snel genoeg was… En dat was het moment. Een zeer mooie overwinning zeker als je weet dat wij amateurs waren die met een super beperkt budget het Frans kampioenschap reden en daar bijzonder succesvol waren. Als Belg in Frankrijk een cup gaan winnen…Het zijn er niet zoveel. Condroz 2007 was ook wel leuk. Mijn vriend kwam voor de eerste keer kijken naar de rally en stond aan de finish van Tihange te wachten toen hij ons zag afkomen met mij in de motorkap. Niet meteen hetgeen je verwacht bij een eerste kennismaking.”
“Als piloot ongetwijfeld de overwinning in 1991 in Waremme” pikt Ivan in. “Als Vlaming was het wel leuk om daar te gaan winnen. Als copiloot de tweede plaats met Cools in de Monteberg en de overwinningen met Pauwelijn en Messely, maar het meeste nog de titel in 2018. Uw zoon kampioen zien worden is toch iets apart. Dat is ook een moment waar je als gezin van geniet, samen met mijn vrouw die zowel mezelf als Bram altijd steunt en zelfs geregeld eens naar een wedstrijd gaat gaan kijken.”
Ivan nam zowel plaats achter het stuur als in de rechterkuip: “Ik heb altijd graag zelf gereden maar het combineren van de bakkerij met het zelf rijden is toch niet zo evident. ’s Morgens eerst nog in de bakkerij werken en nadien nog naar een wedstrijd vertrekken. Gelukkig heeft mijn vrouw altijd iedere beslissing gesteund en was zij ook bereid om de winkel te doen. Eens ik vertrok stond ze er alleen voor. Alles was ook van mezelf, het was nog niet zoals nu dat je een auto huurde en gewoon instapte. De periode met de Manta was bijzonder leuk. Een goede auto waar ik graag mee reed en ook de beste resultaten mee behaalde, maar als copiloot heb ik zeker mooie resultaten behaald met ondermeer overwinningen met Messely, Dewulf en Pauwelyn en in 1998 kampioen met Cools in de rallysprint. Een overwinning doet altijd deugd.”
Een vader is altijd trots op zijn zoon, en dat is zeker het geval voor Ivan. “Hij mocht altijd alles doen wat hij wilde. In 1992 kochten we hem een op maat gemaakte kart en kreeg hij de kans om wedstrijden te rijden. Hij koos toen resoluut voor het studeren een keuze die ik altijd gerespecteerd heb en achteraf bekeken ook de beste keuze.
Maar ik zal hem in ieder geval altijd steunen, welke beslissing hij ook neemt. Ik ben zeker de grootste supporter. Mannen als een Kris Princen moet je niks meer bijbrengen. Ik denk dat ik tijdens de wedstrijden zelf meer zenuwen heb dan hen, maar als ik kan helpen, dan ga ik dat altijd doen en dat zit hem in kleine details. Als Bram bijvoorbeeld terugkomt van een rally moet hij gewoon zijn zak afzetten en wordt alles terug gewassen, de nota’s geklasseerd en de dag erna staat alles al terug klaar voor de volgende wedstrijd. Het zijn kleine zaken die ervoor zorgen dat Bram zich 100% kan focussen op zijn werk.
Het Belgisch kampioen worden in 2018 is de mooiste dag van mijn leven geweest. Veel meer kan hij niet bereiken. Dit nog eens overdoen zal moeilijk worden omdat Kris nu met twee copiloten rijdt wat zijn volste recht is. Op internationaal niveau doorbreken is veel te laat, en op vandaag ook onmogelijk als hij dit wil combineren met zijn werk. Hij heeft in het verleden al verschillende keren gedacht aan stoppen, ik heb de indruk dat dit momenteel niet het geval is, en daar ben ik al blij om. Voor mij mag hij gerust nog een aantal verder blijven rijden aan de zijde van Kris.”
De rallycarrière van Bram Eelbode is relatief snel de hoogte ingeschoten. “Klopt, en dat was eigenlijk niet de bedoeling. Maar de klik was er meteen, ook naast de rally hebben we zeker op professioneel vlak absoluut dezelfde visie. Het werk is voor ons beiden het allerbelangrijkste. Maar als we een wedstrijd rijden willen we het wel goed doen. Toen we de Europese cup reden en het Frans kampioenschap was het bijzonder belangrijk om elkaar voor de volle 100% te vertrouwen. Het was dikwijls dat we aan een proef begonnen in het buitenland dat we écht voor de volle 100% op de nota’s moesten rijden. Dan moet je elkaar blindelings vertrouwen.”
In tegenstelling tot zijn vader heeft Bram nooit zelf achter het stuur plaats genomen. “Als je met dergelijke mannen hebt meegereden dan weet je het wel… Ik kan genieten van de perfecte kp te lezen en te discussiëren over de rempunten, de lijnen, vol of niet,… Maar zelf een proef rijden is niks voor mij.”
En welke rol ziet Bram nu weggelegd voor vader Ivan? “We moeten eigenlijk bijzonder weinig tegen mekaar zeggen. Een blik zegt bij ons meer dan woorden en hij weet dat ik graag gerust wordt gelaten. Als er iets is dat ik wil bespreken dan zal ik de vraag altijd zelf stellen en tijdens de week spreken we veel met elkaar. Hij laat mij zeker en vast mijn eigen weg gaan en moeit zich absoluut niet met mijn beslissingen. Hij is ongetwijfeld mijn grootste supporter, naast mijn moeder en Kristof, en is bijzonder fier op wat ik heb bereikt, zowel privé als professioneel, want ook dat laatste is voor hem bijzonder belangrijk. De dag dat ik zie dat we niet meer kunnen winnen is het gedaan en dit zowel voor mezelf, mijn vader als mijn sponsor.”
En dan natuurlijk de laatste en bijna onvermijdelijke vraag, hoe zal het seizoen 2021 er voor Bram Eelbode uitzien?
“Dat hangt volledig af van de beslissing van Kris en mijn sponsor. Peter Kaspers had aangegeven om terug meer te willen rijden en als dit zo is dan respecteer ik dit. Ikzelf kan niet hetzelfde inbrengen als Peter en spijtig genoeg in de rally is geld altijd een belangrijke factor. Mijn persoonlijke sponsor had als doel om in 2018 kampioen te worden, dat is ook gelukt en dus eigenlijk is zijn doel bereikt. Als Kris mij vraagt om te rijden dan zal ik dit zeker en vast doen, maar hoeveel wedstrijden dit zijn en waar staat nog niet vast. Op langere termijn heb ik zelf nog 1 doel, en dat is eens een wedstrijd rijden in Scandinavië. Ik heb contact met een Noor, met name Mats Lysen, en met hem zou ik wel eens een kleine wedstrijd willen rijden maar dan puur voor de fun, daar zal het resultaat van ondergeschikt belang zijn. Kris zal ook op langere termijn geen volledig kampioenschap meer rijden en dan zien we samen wel of we nog links of rechts eens een koers rijden.”
Foto’s: met dank aan archief familie Eelbode.