Al bij zijn eerste F4-meeting, in het kader van de Coupes de Pâques in het Franse Nogaro, bewees Yani Stevenheydens dat hij zijn plaats heeft bij de jonge wolven van de eenzitterij. Achtste in zijn eerste kwalificaties, derde in de tweede race: de rijder van het RACB National Team is blij met zijn eerste ervaringen, maar wil in de toekomst nog beter doen.
Tot voor kort beperkte de race-ervaring van Yani Stevenheydens zich tot kartwedstrijden. Daar kwam dit Paasweekend verandering in, toen de rijder van het RACB National Team zijn eerste races in de eenzitterij afwerkte, in het kader van het openingsweekend van het Franse F4-kampioenschap op het legendarische circuit van Nogaro.
Door in de kwalificaties een achtste tijd neer te zetten – op 26 rijders, waarvan er heel wat aan hun tweede seizoen in de F4 beginnen – bekende onze landgenoot onmiddellijk kleur.
“Ik was blij dat ik er door heel wat sessies op de simulator in geslaagd was om het circuit al deels onder de knie te krijgen”, stelde Yani. “In Nogaro zijn goede kwalificaties van ontzettend groot belang. Het is een heel technisch ‘old school’-circuit, met een heel leuk tracé, maar het is er wel zo goed als onmogelijk om in te halen.” De laureaat van het ‘Road to F4’-Stuurwiel finishte zijn allereerste autorace op een tiende plaats. “Bij de start verloor ik twee plaatsen. Mijn start is dus zeker een werkpuntje. Een ander aspect dat ik zeker nog kan verbeteren, is het bandenmanagement. Tijdens de kwalificaties wist ik ze nog niet optimaal te benutten.”
Op zondag vertrok Yani Stevenheydens als derde, door het systeem van de omgekeerde startgrid. Aan het eind van die tweede race mocht hij op het podium klimmen. “Bij de start verloor ik opnieuw twee plaatsen, maar die wist ik in de loop van de race terug te winnen. Zo mocht ik na afloop van de champagne proeven. Een onvergetelijk moment.” De jonge rijder uit Westrode scoorde dus bij de eerste twee races punten, maar helaas bleef het daarbij.
“Mijn derde start, opnieuw van op de achtste plek, verliep al een stuk beter. Helaas werd ik door een andere rijder aangetikt, toen ik hem aan de buitenkant probeerde te passeren. Ik belandde in de grindbak, en kon niet eens de eerste ronde afwerken. Ontgoochelend uiteraard, maar over het algemeen genomen was dit een heel leerrijk eerste weekend. Ik heb nu een heel precies idee wat ik kan verbeteren, en waar ik samen met het team kan aan werken. 11 punten voor het kampioenschap, dat is een goed begin. Ik ben er zeker van dat ik het tijdens de volgende meetings nog beter kan doen.”
(Foto’s met dank aan RACB National Team)