Stoffel Vandoorne staat op het punt zijn derde seizoen in het ABB FIA Formule E Wereldkampioenschap aan te vatten. In de loop van 24 races heeft hij tot dusver één overwinning geboekt, twee poleposities en vier podiumplaatsen behaald. Hij eindigde het seizoen 2019/20 als tweede in het rijderskampioenschap en zal in seizoen 7 opnieuw aan de start staan met het Mercedes-Benz EQ Formula E Team.
Je eindigde het seizoen op een hoogtepunt in Berlijn. Heeft dat je een flinke boost gegeven bij je voorbereidingen voor seizoen 7?
Stoffel Vandoorne: “Eindigen op een hoogtepunt was natuurlijk geweldig. Een seizoen afsluiten met een overwinning voelt altijd heel fijn, want daarna blijft het momentum nog een tijdje bij je. Het was ook een overwinning die het team al geruime tijd verdiend had. We hebben goed gepresteerd, maar zijn er nooit helemaal in geslaagd. Toen we eindelijk succes boekten, gaf dat het team en mijzelf enorm veel vertrouwen, omdat we voelden dat we een vakje hadden aangevinkt. We weten nu dat we het kunnen en moeten dit momentum meenemen naar het nieuwe seizoen waar ik overigens echt naar uitkijk. Vorig seizoen was lastig en de omstandigheden buitengewoon, maar nu hebben we weer een jaar ervaring achter de rug en zouden we volgend seizoen goed geplaatst moeten zijn met onze nieuwe auto, hopelijk.”
Hoe uitdagend is het voor jou als coureur om te racen terwijl je tegelijkertijd over alle strategische elementen moet nadenken?
Stoffel Vandoorne: “Het is een enorme uitdaging. Formule E is technisch zeer veeleisend en we investeren veel tijd en moeite in de voorbereiding op raceweekends. De reden dat we zo lang in de simulator doorbrengen voor de races, is dat we in de Formule E deelnemen aan eendaagse evenementen. We proberen zoveel mogelijk werk te verzetten voordat we op de baan aankomen. Weet je, soms is er gewoon te veel informatie om te verwerken als je eenmaal daar bent, daarom testen we eerst een paar dagen in de simulator om voldoende informatie en gegevens bij de hand te hebben. Het dient om de werkdruk enigszins te verminderen, zodat we ons meer op de juiste dingen kunnen concentreren. Als team proberen we te analyseren hoe de anderen zullen reageren op bepaalde scenario’s en hoe we deze zelf moeten aanpakken. Maar uiteindelijk gaat het in de race altijd anders, hoe goed je ook van tevoren plant en hoeveel tijd je ook in de voorbereidingen steekt. Uiteindelijk gaan de dingen nooit zoals verwacht. Er komen steeds verschillende dingen naar voren die moeten worden afgehandeld terwijl ze gebeuren, wat een goede communicatie tussen coureur en team vereist.”
Hoe belangrijk is dit aspect van het werken met uw ingenieurs?
Stoffel Vandoorne: “Het is enorm belangrijk dat jij en je ingenieur elkaar goed begrijpen, zodat hij precies weet wat je bedoelt met wat je als chauffeur zegt. Alles gebeurt in een fractie van een seconde. Je moet kalm blijven, want er is zoveel informatie om in je op te nemen, en je moet hem ook kunnen vertellen wat er gebeurt, zodat hij je de juiste feedback kan geven. Dat is heel belangrijk in de Formule E. Mijn race-engineer Marius en ik konden vorig jaar in dat opzicht goed met elkaar overweg. Het was ons eerste seizoen samen en ik denk dat we een uitstekende relatie met elkaar hebben opgebouwd. Natuurlijk moesten we elkaar eerst een beetje leren kennen en ontdekken wat we allebei nodig hadden, maar we hebben zeker heel goede vorderingen gemaakt.”
Waar zou je blij van worden aan het einde van seizoen 7?
Stoffel Vandoorne: “Het belangrijkste is dat we het momentum van de laatste ronde in Berlijn met ons meenemen naar het nieuwe seizoen. Door als tweede te eindigen in het rijdersklassement en als derde in de teamcompetitie is de druk op iedereen in het team toegenomen om het nog beter te doen en die resultaten te verbeteren, maar we moeten realistisch blijven. We zitten nog maar in ons tweede seizoen en de Formule E is een zeer zwaar wereldkampioenschap. We hadden vorig seizoen te maken met ongebruikelijke omstandigheden, die al dan niet in ons voordeel hebben gespeeld – het is moeilijk te zeggen, maar het doel is om regelmatiger om overwinningen te strijden. Laten we nog eens nadenken over vorig jaar. Ja, ik eindigde als tweede in het rijderskampioenschap, maar tien andere rijders hadden dat ook evengoed kunnen halen. De achterstand op de eerste plaats was uiteindelijk vrij groot, dus ons primaire doel zou moeten zijn om de leider in te halen, ongeacht waar we het seizoen eindigen. Natuurlijk zou ik graag een kanshebber zijn voor het wereldkampioenschap, maar eerst moeten we proberen het gat te verkleinen en nog consistenter te worden. We moeten te allen tijde aan de top staan en dat geldt ook voor het teamklassement. Samen met Nyck vormen we een heel sterk team. Hij behaalde zijn eerste podium aan het einde van het seizoen en versterkte daardoor zijn zelfvertrouwen, dus ik denk dat we goed geplaatst zijn om te profiteren van het momentumeffect dat ik eerder noemde.”