De voorlaatste meeting van het Belcar Endurance Championship, in het kader van de prestigieuze DTM-meeting op Circuit Zolder, werd voor Bert Longin, Stienes Longin en Christoff Corten een frustrerende bedoening. In de eerste race tikten ze nog als tweede aan, in de tweede moesten #TheRocket11 van Krafft Racing voortijdig naar de kant.
De oorzaak van zoveel frustratie? De normtijd van 1’30”, die door de Belcar-organisatie aan alle deelnemers wordt opgelegd om een gelijke strijd te produceren tussen de kleine prototypes – zoals de Norma van Krafft Racing – en de GT-wagens – zoals de Lamborghini van kampioenschapsleider Belgium Racing.
“In principe kunnen wij in Zolder een paar seconden sneller dan die 1’30”, legt Bert Longin uit. “Zeker nu er nieuwe asfaltlaag ligt. Maar dat nieuwe asfalt zorgt er ook voor dat de GT’s sneller worden, en dus die 1’30” veel dichter kunnen benaderen. Terwijl wij onze extra snelheid niet mogen benutten.” Want wie onder de anderhalve minuut duikt, die krijgt een drive-through aan de broek. Om dat te vermijden werkt ieder prototype-team met een zogenaamde ‘predictable lap timer’, die de rijder aan het stuur ‘voorspelt’ wat zijn rondetijd zal zijn.
“Met als resultaat dat je meer op dat schermpje dan op de baan zit te kijken”, legt Christoff Corten uit. “Ik wil het woord ‘gevaarlijk’ niet in de mond nemen, maar ideaal is het niet. En plezant al zeker niet.” Als het systeem bovendien niet naar behoren werkt, en elke rijder een keer tegen de lamp loopt, dan stijgt de frustratie nog meer. “Ik begrijp niet waarom ons systeem – dat voordien perfect functioneerde – nu af en toe tilt sloeg”, stelt Longin sr. “Maar goed, dat is onze schuld. Waar we wel niets kunnen aan doen is het gebrek aan rijplezier die die normtijd veroorzaakt. En dan hebben ik het niet alleen over ons. Zowel bij andere proto-teams Russell Racing, T2 Racing als bij Krafft is de stress duidelijk voelbaar. Dat moet veranderen.”
Ondanks die frustraties was er bij Krafft Racing toch enige reden tot tevredenheid. “De auto functioneerde beter dan ooit tevoren”, vulde Bert Longin aan. “In de kwalificaties haalden we een pole, en de eerste wedstrijd finishten we op het podium.”
Dat podium leek ook in de tweede race binnen handbereik, maar iets na halfweg schoof de Norma in de Bianchi-bocht de grindbak in. “Ik vermoed dat er iets misliep bij de motor, waardoor de achterkant uitbrak”, stelt Stienes Longin, die op dat moment aan het stuur zat. “Maar het kan evengoed zijn dat ik een foutje heb gemaakt. Die dingen gebeuren.”
Die lage puntenoogst in de tweede race hoeft niet onmiddellijk nadelige gevolgen te hebben voor de titelstrijd. Daar mag immers een schrapresultaat in rekening worden gebracht. Met nog enkel de 12 Uur van Zolder te gaan maakt het trio van Krafft Racing nog altijd aanspraak op de titel, zowel in de Belcar 1-prototypeklasse als in de algemene rangschikking.
“Al moeten we eerlijk: bij dat laatste hebben we het niet meer in eigen handen”, besluit Stienes. “Wat niet wegneemt dat we er alles zullen aan doen om de zege in de 12 uur op zak te steken. We zijn vastbesloten om het seizoen met een hoogtepunt af te sluiten.”