Terug in de tijd met Jean-Pierre ‘Piere’ Provoost

Bijna 50 jaar in de rallysport. We weten niet of je er een eremedaille voor ontvangt, maar feit is dat Jean-Pierre Provoost, door de vrienden steevast “Piere” genoemd, zijn debuut vierde midden jaren zeventig, en tot op heden actief is, weliswaar met enkele tussenpozen. Maar meer dan vertelstof genoeg aanwezig om een ’terug in de tijd’ op te zetten met deze kustbewoner.

“In de jaren zeventig kende ik niets van rally, en volgde dit zelfs niet. Ik voetbalde bij Adinkerke, en net toen ik afzwaaide van het leger vroeg mijn zus haar toenmalig lief, Norbert Dejonghe, mij om hem te navigeren in de 12 uren van De Panne in een Mini Cooper. We kenden beiden niets van rally, dat toen nog bestond uit geheime nachtritten, onbekende tijdscontroles en bolletje-pijl. Een spoedcursus bij AC Leopard bracht ons enigszins voorbereid aan de start.


Later startte ik dan met mensen als Vanrenterghem, Vermeulen en Noël Hennebel, de broer van gekende co-rijder Lionel, die naast kleppers zat als Patrick Snijers, Simon Everett, Philippe Touren, Kyosti Hamalainen,… In 1976 was de rally van De Panne al op bekend parcours, telde mee voor het Belgisch kampioenschap en bekende namen als Gilbert Stapelaere, Rudolf Moortgat en Gustavson stonden op de startlijst.


1977 was het enige jaar dat ikzelf het piloteren op mij nam. Met een Ford Escort MKI startte ik in Koksijde, De Panne en Tielt, maar gezien ik geen technisch inzicht genoeg heb om voor het onderhoud in te staan besloot ik maar er mee te stoppen.


In ’80 kreeg ik dan een telefoontje van Lionel Hennebel, om te vragen of ik Regis Van Brabandt wilde bijstaan. Deze had nog nooit een meter rally gereden, maar kon goed overweg met een Porsche en besloot zijn kans te wagen in de rallysport. Een week voor de rally van de Westhoek ontmoetten we elkaar in Diksmuide in een café. Waar we gewoon naast elkaar aan de toog zaten zonder elkaar te kennen…Ons debuut werd meteen een succes, met een 7de plaats algemeen.


Meteen waren we vertrokken voor enkele jaren rallyplezier, tot een serieuze schuiver, na een jump, in de Ronde van Brabant 1983 in Halle hieraan abrupt een einde bracht . De Porsche was total-loss, maar lang hoefde ik niet te wachten op een nieuw zitje. Luc Fonteyne, toen één van de assistentiejongens van Van Brabandt, kocht een Opel Kadett aan in Luxemburg, en onze eerste samenwerking in Kortrijk was meteen een feit. Later schakelden we over op de ex-Kadett Van Dany Vermaete.

In de daaropvolgende jaren bleef ik aan de zijde van Luc alle regionale proeven afwerken. Weet je dat we bijvoorbeeld in 1984 meer dan 20 wedstrijden reden? Reken daar nog enkele weekends bij om te gaan verkennen, en af en toe nog eens een rally als toeschouwer meepikken, en je kan meteen concluderen dat het thuisfront ons weinig of niet zag. Diverse regionale titels vielen ons dan ook te beurt en maakten veel goed.


Eind ’85 kwam er een einde aan de samenwerking, gezien ik een dispuut had met één van de bestuursleden van het team. Ik nam zelf het besluit er mee te kappen, al kon ik nog altijd kampioen worden bij de co-piloten. Dit was Regis Van Brabandt ter ore gekomen, en hij besloot om een Opel Ascona 400 bij Guy Colsoul te gaan huren om de nodige punten te scoren en mij zo aan de titel te helpen. We sloten de eerste wedstrijddag af op een 3de plaats, maar de zondag was ons lied vlug uitgezongen na een sortie op de eerste proef. De Ascona ging over de gracht met een geplooide triangel als gevolg.


Daarna kwam het tijdperk Frans Beuckelaere, eerst met de Opel Kadett, later met de Opel Ascona, iemand die heel goed wist om te gaan met het materiaal en toch meer dan behoorlijk resultaten neerzette. Frans stopte in 1988 wegens te drukke beroepsbezigheden.


Na enkele jaartjes op non-actief te staan belde de echtgenote van Johan Deketelaere mij op om te vragen of ik geen zin had om de nota’s te lezen bij haar man. En meteen was ik weer vertrokken voor enkele heerlijke en mooie jaren, nu aan de zijde van Johan. In ’92 werden we provinciaal kampioen, en Johan was iemand, die zich voluit kon geven als het nodig bleek.


Vanaf 1995 ging ik dan meer de internationale toer op, aan de zijde van Nikolaas Seys in een Renault Clio. We behaalden diverse ereplaatsen in rally’s in België en Frankrijk, al zal ik me de buiteling in een ravijn op KP Crupet, tijdens de rally van Wallonië, blijven herinneren. We tuimelden na enkele koprollen ettelijke meters lager. Eind dat jaar besloot Nikolaas de bolide te koop te stellen, en een topresultaat in de Condroz zou de interesse in de Clio nog aanwakkeren. Toen we 22e algemeen stonden en eerste in de klasse, was het toch ‘game-over’ toen er een verkeerde inschatting werd gemaakt op de gekende jump van Villers.


En dan kwam Philip Barbier op de proppen, iemand die ik al heel lang kende en onze beide vaders zelfs bevriend waren. Zij waren het die me overigens voor de eerste keer meenamen richting Ieper.

Philip zat zonder co voor de rallye des Géants in het Noord-Franse Armentières, en vroeg of ik hem uit de nood wou helpen. Eenmalig…Met de ex-Renault Clio van Bart Pyck, één van de snelste Clio’s in ons land, snelden we naar een 9de eindplaats en een tweede stek in de klasse. Maar van één werden het er meer, en wonnen we onder andere de klasse in Ieper.


In het tussenseizoen ’98-’99 schakelde Philip over op de Opel Astra groep A, waarmee we wel vaak vroegtijdig in het opgeverspark stonden. Tijdens de rallysprint van de Scheldevallei 2000, in de buurt van Spiere, deelde ik mee dat ik het niet meer zag zitten en ik de helm aan de haak hing. En zo bleef ik bijna 14 jaar aan de kant staan…

We trokken nog wel naar de rally als toeschouwer, en tijdens de rally van Staden had ik onder andere afgesproken met Philip Barbier. Toen we zaten te genieten van een koffietje, kwam de aap plots uit de mouw. Achter mijn rug had hij, samen met enkele andere mensen en onder andere de uitbaters van het gekende café-restaurant De Kippe, altijd mijn ‘place to be’ geweest, afgesproken om mij te verrassen en te plezieren voor mijn 60e verjaardag. Ik kreeg een zitje aangeboden naast Barbier in de Mitsubishi tijdens de Hemicudarally in Koekelare. En ook de jaren nadien werd dit een traditie, met telkens top-7 noteringen als resultaat. Toen Tom Debergh, de vaste co van Philip in 2017 door een te druk beroepsleven, moest afhaken, nam ik diens plaats ook in voor de andere rally’s. En sindsdien rijden we nu per seizoen een 3-à 4-tal rally’s. Zo ook dit jaar, met een totaal gereviseerde motor in de Japanner, na de breuk in Koekelare. Debuut is voorzien in de Monteberg.


Mijn rallycarrière staat bol van herinneringen, zowel positieve als negatieve. Zoals je al kon lezen zijn de ongevallen met Van Brabandt en Seys, maar ook een tuimelperte met Fonteyne de mindere kanten. Eén van de betere momenten waren zeker de vele internationale rally’s, en ik denk ook altijd met veel heimwee terug aan de heel mooie en allemaal uitgestorven rally’s in Oost-Vlaanderen, zoals Aalst, Meetjesland, Ros Beiaard rally,..Maar ook in West-Vlaanderen zagen we al ettelijke toppers verdwijnen, waar ik altijd graag aan de start kwam: Diksmuide, Oostende, Bachten de Kupe in Lo, Omloop van het Houtland in Kortemark,…

De rallysport is natuurlijk enorm geëvolueerd in de loop der jaren, en het gaat altijd maar sneller. Wat ook opvalt is dat het voor een organisatie moeilijker wordt om de nodige vergunningen te krijgen. Provinciale rally’s hadden vroeger geen probleem om 7 of 8 verschillende klassementsproeven te voorzien. Nu zijn het vaak door de jaren heen drie of 4 dezelfde…Positief is dan wel dat de veiligheidsvoorzieningen flink zijn toegenomen, wat alleen maar toe te juichen is.”

Dirk Titeca
Dirk Titeca
Dirk Titeca is qua leeftijd de ouderdomsdeken binnen het team van RallyandRaces. Sedert de jaren '80 is hij actief als autosportjournalist.

Laatste nieuws

Gerelateerd nieuws