Door problemen met de elektronica wist Gilles Magnus in de kwalificaties niet de verhoopte resultaten te behalen. Maar hoewel hij daardoor twee keer als 20ste en laatste onderweg moest, wist hij dankzij een negende plaats in de tweede race belangrijke punten te scoren.
Geen twee races zijn dezelfde. Na enkele weken geleden een droomweekend in Hongarije te hebben beleefd vielen voor Gilles Magnus de puzzelstukjes dit weekend in het Tsjechische Most al heel wat minder op hun plaats.
“Problemen met de elektronica tijdens Q1 bepaalden het vervolg van het weekend”, stelde de rijder van de Audi RS 3 LMS in de kleuren van het RACB National Team. “Het vermogen was helemaal weg, en ik moest de auto parkeren. Daardoor was het onvermijdelijk dat ik beide races als 20ste en laatste moest starten.”Maar dat was niet het einde van de tegenslag voor Magnus.
“In de eerste race wist ik een goede start te nemen, klom op naar de 15de plaats, maar dan kwam de Safety Car voorrijden. Toen die verdween ging de rijder voor me bruusk in de remmen. Ik kon hem niet vermijden en ook ik werd achteraan geramd. Ik moest verder met een stukke intercooler en finishte als 18de.”
Voor de tweede race liep het echter veel beter. “Na een goede start van op de 20ste plaats lag ik al snel negende. Die plaats hield ik ook tot het eind en tikte ook als eerste bij de privé-rijders van de WTCR Trophy aan. In het algemene kampioenschap verlies ik wat plaatsen, maar zowel bij de Juniors als de WTCR Trophy blijf ik aan de leiding. Er zijn nog drie meetings te gaan, nog niets is verloren.”