Komend weekend weten we wie zich tot kampioen 2020 mag kronen in het prestigieuze DTM maar wat we u wel al kunnen meegeven is dat de titel behaald zal worden aan het stuur van een Audi RS 5 DTM. René Rast, Nico Müller, Robin Frijns … één van deze drie zal zich de laatste kampioen in het klasse 1 tijdperk van de DTM mogen noemen.
Audi brak met de RS 5 DTM dit jaar talloze records, behaalde reeds de titels bij de constructeurs, het teams- en rijdersklassement. Audi won in 2020 tot dusver 14 van de 16 races en 39 van de 48 mogelijk podiumplaatsen. 15 keer al startte een Audi van op de pole …
“Ons doel was om de ‘Deutsche Tourenwagen-Masters’ op een waardige manier te verlaten en dit bij voorkeur met een sterk laatste seizoen,” laat Dieter Gass, hoofd van Audi Motorsport, weten. “De resultaten hebben onze verwachtingen ruimschoots overtroffen en we hebben de ‘Vorsprung durch Technik’ opnieuw bewezen. Ik kijk uit naar de finale in Hockenheim die wel eens een echter thriller zou kunnen worden en ik ben erg benieuwd wie er kampioen gaat worden. Ze hebben alle drie een ijzersterk seizoen achter de rug.”
Wie wordt kampioen?
RR: “Natuurlijk heb ik de beste kansen vermits ik 19 punten voorsprong heb op Nico, maar zoals we de vorige manche op Circuit Zolder zagen kan er nog van alles gebeuren, maar ik hoop natuurlijk wel kampioen te worden.”
NM: “Ik geloof er nog steeds in en ik weet wat er nodig is om kampioen te worden.”
RF: “De snelste, dat staat al vast. Voor mij persoonlijk zal het al wat moeilijker worden vermits ik tegen een achterstand van 41 punten aankijk. Ik doe mijn best, maar ik ga zeker een dosis geluk nodig hebben om kampioen te worden.”
Hoe leef je naar de finale toe?
RR: “Eigenlijk best wel ontspannen. Kijk, ik ben het een beetje gewend geraakt want in 2017 en 2018 maakten we in feite hetzelfde mee als nu. Een derde titel is mooi meegenomen, maar ik ga er geen onnodige risico’s voor nemen.”
NM: “Ik denk maar aan één ding en dat is aanvallen. Tot dusver werden we altijd opgejaagd, maar voor het eerst dit seizoen starten we in de rol van de jager en ik denk dat dat ook wel iets positiefs heeft. Het zal niet makkelijk zijn, maar we maken zeker nog kans. Er kan nog vanalles gebeuren in die finale.”
RF: “Wat denk je van een ‘all-in’? Tja, mijn derde plaats is reeds veilig gesteld en ik heb niets te verliezen.”
Wat betekent een titel in het DTM voor u?
RR: “Het kan mijn derde titel worden en ik zou de enige Audi-rijder zijn met drie titels, bovendien ga ik dan de geschiedenis in als een van de beste drie DTM-piloten. En het zou ook veel betekenen vermits het de laatste is in het klasse 1 tijdperk natuurlijk.”
NM: “Heel veel want als kleine jongen zittend op de tribunes van Hockenheim keek ik al naar de DTM en ik droomde er van om dat ook ooit te bereiken. Niet alleen meedoen, maar zeker en vast ook die titel winnen.”
RF: “Het winnen van een kampioenschapstitel is altijd leuk natuurlijk, of het nu in de DTM is of in een andere serie. Een titel dwingt respect af, zowel bij de constructeurs of van anderen in de wereld van de racerij.”
Wat waren de doorslaggevende momenten dit seizoen?
RR: “Voor mij Francorchamps langs de ene kant waar ik een achterstand op Müller opliep wat ik de rest van het seizoen zou meedragen tot Zolder natuurlijk waar ik het tij kon keren.”
NM: “Dat moment moet nog komen hè, het seizoen is nog niet gedaan natuurlijk. In Spa met een voorsprong kunnen beginnen was sowieso mooi meegenomen en er waren lastige races waar we in de eindstand toch nog goed voor de dag kwamen.”
RF: “Daar moet ik natuurlijk niet lang over nadenken, beide weekends in Zolder natuurlijk waar ik twee keer een slechte race had en geen punten scoorde.”
Waren jullie verrast dat jullie zo veel sterker waren dan de anderen? Wat zou daar de reden voor kunnen zijn?
RR: “Het verbaasde me wel en ik had niet verwacht dat het seizoen zo zou verlopen, zeker niet de strijd tussen ons drieën. ABT was in feite doorheen het ganse jaar sterk en het viel me op dat dit voornamelijk tijdens de warmere temperaturen zo was. In Zolder was het precies andersom.”
NM: “Van Robin wist ik op voorhand dat hij sterk voor de dag zou komen en René zou de te kloppen man worden, maar ook dat kon lukken. Maar het verbaasde me wel ja dat de voorsprong op de collega’s zo groot was. Wat we dit jaar gezien hebben is in feite relatief zeldzaam in het DTM.
RF: “Eigenlijk wel ja, maar een verklaring heb ik er niet voor. Wij hebben gewoon gedaan wat we moesten doen, ons werk eigenlijk en dat is zo veel mogelijk races winnen.”
Was het, omwille van het feit dat alles wat opeengepakt zat gezien de pandemie, een vermoeiend seizoen?
RR: “Ja en nee. Als je al lang in de DTM zit en alles kent valt het mee. Het was natuurlijk iets zwaarder dan normaal omdat er minder tijd was voor de voorbereiding en de opvolging, maar aan de andere kant waren de weekenden minder stressvol omdat er geen fans en persmomenten waren. De grootste stressfactor voor mij was mijn deelname aan de Formule E, voornamelijk de hele voorbereiding daaraan.”
NM: “Het was wel vrij intensief ja, niet alleen de wedstrijden in de DTM, maar ook de andere races zoals Formule E of endurance-races. Er was nauwelijks een weekend vrij. Mentaal en fysiek viel het voor mij heel goed mee, maar een strikt schema en de steun van thuis uit zijn wel noodzakelijk daarvoor.”
RF: “Voor mij persoonlijk als rijder viel het wel mee hoor, maar mijn respect gaat naar de ganse crew en zeker de monteurs die in zeer beperkte tijd bergen werk moesten verzetten.”
Een laatste keer met de Audi RS 5 DTM komend weekend, wat doet dat met je?
RR: “Vrijdag en zaterdag ga ik er geen last van hebben, maar zondag wordt ongetwijfeld een moeilijk moment. Het laatste rondje … de wagen parkeren, er zal wel een traantje weggepinkt worden.”
NM: “Heel bijzonder denk ik en het besef zal pas komen na de zwart-wit geblokte vlag, die laatste meters. Het was een voorrecht en een puur plezier om er mee te mogen rijden.”
RF: “Het was altijd geweldig dergelijke wagen te mogen en kunnen besturen en het is voor iedereen jammer dat het het raceweekend wordt voor de wagens.”
Kun je je een toekomst voorstellen in GT3 DTM?
RR: “Absoluut, maar het is afwachten of het niet gaat botsen met mijn kalender in de Formule E. Maar over het algemeen kan ik me wel inbeelden dat DTM niet meer echt DTM gaat zijn. De GT3’s zijn langzamer, hebben ABS, tractiecontrole, geen stilstaande start meer en er zullen er zeker starten die anders niet in het DTM geraakt waren. Er gaat het een en ander veranderen, maar het is afwachten.”
NM: “Wel, het DTM met die nieuwe voorschriften staat bij mij ook wel op de radar hoor en ik ben er eigenlijk ook wel een beetje van overtuigd dat de nieuwe technische voorschriften ons in staat zullen stellen om races op het hoogste niveau te rijden met plezier voor de rijders zelf, maar ook de teams en zeker de fans.”
RF: “Ik ben nog jong en wil zeker blijven doen wat ik nu doe en dus zeker ook in een GT3 DTM. Wie weet ben ik er volgend jaar bij.”